- Niet op voorraad
Kip in pindasaus (Traditioneel Bambara/Malinké recept)
Sɔ̀sɔ fɛ̀ kɔ̀ nɛgɛ dɔ̄ sɔ̀sɔ ni bulu sɔ̀sɔ – Kip in pindasaus (Traditioneel Bambara/Malinké recept)
Een eeuwenoud gerecht bereid volgens de authentieke methoden en kennis uit de Mandingue-regio. Mondeling overgedragen traditionele kennis.
In de Bambara- en Malinké-cultuur van Mali is koken niet zomaar een dagelijkse activiteit: het is het doorgeven van herinneringen, sociale banden en de relatie met de aarde. Het bereiden van een gerecht zoals kip in pindasaus of in bladsauce betekent het herbeleven van oude handelingen op het ritme van de stamper, het vuur en de seizoenen.
Traditionele kip in pindasaus
Ingrediënten (zelfgemaakt of afkomstig uit kleinschalige landbouw):
-
1 lokale kip (vaak vrijlopend, met steviger en smaakvoller vlees)
-
Ongezouten pinda’s, geroosterd en fijn gestampt (of handgemaakte pindapasta)
-
1 tot 2 lokale uien (optioneel, afhankelijk van beschikbaarheid)
-
2 tot 3 verse of gedroogde pepers (heel, om smaak te geven zonder te scherp te zijn)
-
1 eetlepel ruwe zout of steenzout
-
Afrikaanse laurierblaadjes, indien beschikbaar
-
Put- of bronwater
-
Gaar op houtvuur of op een drie-stenen-oven
Bereidingsstappen:
-
Kip voorbereiden
Na het slachten wordt de kip geplukt, afgebrand, uitgeleegd en gewassen.
Hij wordt in stukken gesneden en licht geroosterd in een ijzeren of aardewerken pot om het sap te concentreren. -
Pindapasta maken
De pinda’s worden droog geroosterd, afgekoeld en lang gestampt in een houten vijzel tot een olieachtige pasta ontstaat. Dit is een ambacht: te veel stampen maakt de pasta bitter, te weinig stampen zorgt ervoor dat de saus niet goed bindt. -
Saus koken
Doe de kip met wat water, peper en zout in een pot en laat het langzaam sudderen.
Voeg de gestampte ui toe (optioneel).
Als het vlees half gaar is, voeg je de pindapasta toe, verdund met wat heet water.
Laat het lang op laag vuur koken tot de saus indikt en de natuurlijke olie van de pinda’s naar boven komt. Dit is het teken dat de saus klaar is.
Traditionele bijgerechten:
-
To (gestoomde gierst- of sorghumbeignet, daarna geroerd)
-
Fonio, een steeds meer gewaardeerd oud graan
-
Lokale gestoomde rijst (zeldzaam vroeger, maar gebruikt door sommige gemeenschappen nabij de rivier)
2. Kip in bladsaus (lokale groene bladeren)
Dit gerecht is vooral populair in dorpen tijdens het regenseizoen, wanneer groene bladeren overvloedig zijn. Het kan ook vegetarisch zijn, maar kip wordt vaak gebruikt op feestdagen.
Traditionele gebruikte bladeren:
-
Zoete aardappelbladeren
-
Pinda bladeren
-
Maniokbladeren (in sommige regionale varianten)
-
Soms bonen- of baobabbladeren (afhankelijk van het seizoen)
Ingrediënten:
-
1 lokale kip
-
2 handenvol verse bladeren (gewassen en uitgelekt)
-
1 tot 2 pepers
-
Zout
-
Gestampte pinda’s (optioneel, voor romigheid)
-
Gestampte ui (optioneel)
Bereiding:
-
Bladeren voorbereiden:
Was de bladeren grondig en stamp ze grof in een vijzel.
Sommige gemeenschappen koken de bladeren een paar minuten om bitterheid te verwijderen, vooral bij maniokbladeren. -
Kip koken:
Zoals bij de pindasaus wordt de kip voorgekookt met zout, peper en wat ui. -
Bladeren toevoegen:
Voeg de gestampte bladeren toe aan de pot.
Voeg indien gewenst wat pindapasta toe om de saus te binden.
Laat het lang op laag vuur koken tot de saus ingedikt is en de bladeren goed gemengd zijn.
Culturele betekenis
Deze gerechten worden geserveerd aan eregasten tijdens feesten of grote familieceremonies.
De pinda symboliseert de rijkdom van de aarde en de voedende kracht van vrouwen (die het verbouwen, oogsten en verwerken).
De lokale kip wordt vaak door vrouwen gehouden en het eten ervan is een teken van eer.